|
Wat zegt de wet- en regelgeving?
Wettelijke verplichtingen
In het Arbobesluit (artikelen 6.11A t/m 6.11E) zijn de bepalingen met betrekking tot trillingen opgenomen.
- Voor hand-armtrillingen gelden de volgende grenzen:
- Een actiewaarde (2,5 m/s² over een achturige werkdag): bij overschrijding van de actiewaarde mag de werknemer wel doorwerken, maar moet de werkgever maatregelen nemen om de trillingen te verminderen.
- Een grenswaarde (5 m/s² over een achturige werkdag): dit is de absolute bovengrens. Deze grens mag nooit worden overschreden.
- Voor lichaamstrillingen gelden de volgende grenzen:
- Een actiewaarde (0,5 m/s² over een achturige werkdag): bij overschrijding van de actiewaarde mag een werknemer wel doorwerken, maar moet de werkgever maatregelen nemen om de trillingen te verminderen.
- Een grenswaarde (1,15 m/s² over een achturige werkdag): dit is de absolute bovengrens. Deze grens mag nooit worden overschreden.
De werkgever moet voorlichting geven over de risico's en maatregelen bij hand-armtrillingen en hij moet de werknemers in de gelegenheid stellen een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan op het gebied van trillingen.
A-blad kabels en buizen leggen
Het A-blad Kabels en buizen leggen bevat afspraken om de lichamelijke belasting en de blootstelling aan hand-armtrillingen van kabel- en buizenleggers te beperken. Daarnaast bevat het A-blad aanbevelingen om blootstelling aan trillingen en gevaarlijke stoffen (onder andere door uitlaatgassen van verkeer en machines en verontreinigde grond) te beperken.
Afspraken:
Er moeten vijf uitgangspunten worden nagestreefd:
- Sleuvenbreedte:
- altijd: minimaal 30 cm breed;
- minimaal 60 cm breed bij werken in een sleuf van 60 cm tot 1 m diep;
- minimaal 80 cm breed bij werken in een sleuf dieper dan 1 m.
-
Bronbemaling toepassen bij water in sleuf of put. Als dat niet mogelijk is dan moeten andere oplossingen worden toegepast (zoals bijvoorbeeld beschermende kleding).
- Kabels mechanisch trekken of afrollen. Als dit niet mogelijk is dan moeten andere oplossingen worden toegepast (zoals met meer personen handmatig kabels trekken of afrollen,taakroulatie).
- Graafwerk mechanisch uitvoeren. Als dat niet mogelijk is dan moeten andere oplossingen worden toegepast (zoals goede schep, taakroulatie, training werktechniek).
- Bij het verdichten met de trilplaat en/of de trilstamper is het maximale trillingsniveau 5 m/s² per persoon per werkdag.
|
|