TrillingenSteeds vaker wordt voor het losmaken van grond, graven en dichtgooien van sleuf of put een (mini-) graafmachine gebruikt. Andere gebruikte machines zijn graaf-laadcombinaties en kettinggravers voorzien van diverse hulpstukken. Bij het gebruik van de machines heeft de kabel- en buizenlegger te maken met lichaamstrillingen of schokken. 26% van de beroepsgroep heeft hier last van. Bij het werken met de machines kan de grenswaarde worden overschreden, deze is voor lichaamstrillingen 1,15 m/s² en mag over een achturige werkdag niet worden overschreden. Op den duur kunnen lichaamstrillingen rugklachten veroorzaken. Het werken met een scheve of gedraaide rug vergroot de kans op klachten. Bij het werken met sloophamers, trilplaten en trilstampers of explosiestampers is er sprake van hand-armtrillingen. Van de beroepsgroep heeft 29% hier klachten over. De duur varieert van nul tot enkele uren per dag. Tijdens het gebruik van de apparatuur wordt de grenswaarde ver overschreden. Soms zal deze waarde ook gemiddeld over een werkdag worden overschreden. De grenswaarde voor hand-armtrillingen van 5 m/s² en voor lichaamstrillingen van 1,15 m/s² over een achturige werkdag mogen niet worden overschreden. Dit kan op den duur leiden tot gewrichtsschade en schade aan handen of vingers. De belangrijkste risico's zijn:
Te nemen maatregelen: Bronmaatregelen
Collectieve maatregelen
Individuele maatregelen
Arbovriendelijke hulpmiddelen voor de kabel- en buizenlegger met betrekking tot trillingen |