U bent hier: Home - Taken - Dakdekwerk - Dakpannen leggen - Fysieke belasting

Printvriendelijke versie


Fysieke belasting


De fysieke belasting bij het leggen van dakpannen is hoog door het handmatig hanteren van pannen en gereedschap in combinatie met een ongunstige – vaak ver voorover gebogen – werkhouding en het werken op een schuin dakvlak. Incidenteel moeten zware lasten worden getild. Bij het verspreiden van de pannen is sprake van tillen en dragen. Het gewicht van de bosjes dakpannen is ongeveer 23 tot 28 kg, de tilfrequentie is 1 tot 5 maal per minuut. Bij aanbrengen worden de pannen getild met één hand (frequentie > 1 maal per minuut). Bij het aanbrengen van de pannen is sprake van een statische belasting van lage rug (> 60°, 1- >4 uur), (boven-) benen, knie en enkel (extreme stand). Ook is sprake van repeterende handelingen (krachtuitoefening).


Te nemen maatregelen:

Bronmaatregelen
  • Zware materialen zoals pakketten dakpannen, golfplaten en dakpanelementen worden met een mechanisch hulpmiddel tot op het dak gebracht, bijvoorbeeld met een ladderlift of kraan met pallethaak.
  • Bij het ontwerp van het dak wordt indien mogelijk een helling tussen 30 en 50° gekozen.
  • Een laad- en losplan zodat onnodig transport van materiaal / materieel voorkomen wordt.
  • Dakpannen met de kraan op het dak brengen en verspreid neerzetten (gebruik dakgiraf, dakpannencassettes).
  • Op hellende daken wordt altijd gewerkt met steunmiddelen, zoals panlatten, dakstoel, daksteiger of dakladder.
  • Gebruik van een ladderlift (met knikmogelijkheid) verdient de voorkeur boven een bouwlift; bij gebruik van een lift de werkplek zo inrichten dat de dakpannen dicht bij de lift gelost kunnen worden.
  • Ladders met brede sporten.
  • Lichtere ladders.
  • Daken voorzien van ladderhaken met bevestigingsogen.
  • Door verhoogd aanbrengen van de panlatten op 2 tot 3 cm boven de dakplaat heeft de dakdekker een betere steun onder de voeten.

Collectieve maatregelen
  • Zorg voor een voorziening om gereedschappen en materialen op of in te leggen (dakstoel, dakzak, emmer).
  • Dakpanelementen met een hulpmiddel (bijvoorbeeld accuschroevendraaier) bevestigen.
  • Niet meer dan één pan tegelijk over een glijplank in verband met de polsbelasting bij het opvangen.
  • Werken wordt zoveel mogelijk afgewisseld tussen werk op de grond en op het dak.
  • Zware materialen met meerdere personen hanteren.
  • Taakroulatie.

Individuele maatregelen
  • Schoenen met dikke zolen bij werk op ladders.
  • Kniebescherming.


Arbovriendelijke hulpmiddelen
Meer informatie
   
   
 

Download gehele taak als PDF

 
 
 

< terug naar vorige pagina