|
Onveiligheid
Van de wegmarkeerders heeft 58% klachten over onveilige situaties, 26% vindt de veiligheid niet in orde en 13% vindt dat er onvoldoende technische en organisatorische maatregelen worden getroffen. Tijdens het werk kan de wegmarkeerder bekneld raken tussen of in materieel of door een val van materieel. Slechte communicatie tussen de machinisten en chauffeurs vergroot de kans op een ongeval. Tijdens het werk aan wegen die in gebruik zijn of op de plaats van in- en uitritten van werkverkeer kan de wegmarkeerder worden aangereden. Ook kunnen botsingen met het langsrijdende verkeer voorkomen. Het gebruik van gas en het werken met hete thermoplast of materieeldelen kan leiden tot brandwonden en explosies. Extra hoge blootstelling en kans op bedwelming/vergiftiging kan voorkomen bij het werken in tunnels en overdekte ruimten, zoals in bedrijven en parkeergarages.
De belangrijkste risico’s zijn:
- Arbeidsmiddelen
- Elektrocutie en verbranding
Te nemen maatregelen:
Bronmaatregelen
- Regel waar mogelijk tijdig het omleiden van het verkeer; doe dit in overleg met de wegbeheerder.
- Regel snelheidsremmende maatregelen, zoals andreasstrips en camera's.
- Zorg voor voldoende werkruimte en afstand tot het langsrijdend verkeer.
- Beveilig het materieel tegen beknellen, breng noodstop (-pen) aan, scherm draaiende en hete delen af, zorg voor een achteruitrijdbeveiliging, een nulstand startbeveiliging en achteruitkijkspiegels.
- Wegmarkeerders nemen deel aan een cursus 'gezond en veilig werken'.
- Bruikbare informatie en nadere uitwerkingen kunt u ook vinden in de CROW-publicatie 96 Verkeersmaatregelen bij werke in uitvoering.
Collectieve maatregelen
- Zorg voor het veilig (gebruik van) gasmaterieel. Dit heeft slangbreukbeveiliging en een elektrische ontsteking in plaats van een waakvlam. Bovendien hoeft tijdens het rijden niet te worden gestookt.
- Zorg voor veilige in- en uitritten voor het werkverkeer. Zorg daarnaast voor een veilige parkeerplek voor de privé-auto's.
- Zorg voor veiligheidsvoorzieningen volgens de door het CROW opgestelde voorschriften.
- Zorg voor een goede veiligheidsinstructie voor de ploeg; zie toe op het naleven van de voorschriften.
- Verstrek de noodzakelijke beschermingsmiddelen afgestemd op de risico's op het project, onder andere veiligheidsschoenen, werkkleding (katoenen overall), lange mouwen en een lange broek bij het werken met hete thermoplast, werkhandschoenen, handschoenen met lange manchet, gelaatsbescherming en een veiligheidsvest of signaleringskleding.
- De benodigde beschermingsmiddelen worden door de werkgever beschikbaar gesteld en door de werknemers gedragen/gebruikt.
Individuele maatregelen
- Gebruik de voorgeschreven beschermingsmiddelen.
- Zet de motor af tijdens onderhoud en het verhelpen van storingen.
- Zet het materieel op de handrem als je het verlaat en zet de motor uit.
- Gebruik de voorgeschreven beschermingsmiddelen.
- Neem de voorschriften voor veilig werken langs de weg in acht:
- Let goed op, werk met het gezicht in de rijrichting en steek haaks over.
- Werk vanuit een veilige plaats, zoals de berm of het voetpad en blijf
binnen de verkeersafzetting.
- Zorg dat u goed zichtbaar bent door verlichting en het dragen van schone
signaalkleding.
- Plaats de borden van buiten naar binnen en verwijder ze van binnen naar
buiten. Zorg voor een goede zichtbaarheid van de borden (tot op minimaal
200 m) en een stabiele opstelling. Gebruik kegels en geleidebakens
niet door elkaar.
- Houd tenminste 60 cm afstand tussen de feitelijke werkplek en de
rijbaan.
- Parkeer auto's op een veilige plek op voldoende afstand en zet ze op de
handrem.
- Voorkom irritatie bij de weggebruikers door afzettingen niet onnodig lang te laten staan.
Arbovriendelijke hulpmiddelen voor de wegmarkeerder met betrekking tot onveiligheid
|
|