U bent hier: Home - Beroepen - Loodgieter - Onveiligheid

Printvriendelijke versie


Onveiligheid


Bij het boren, frezen of hakken kan oogletsel worden veroorzaakt door vallend of wegspringend gruis. Solderen kan door de gasvlam of hete metalen delen leiden tot brand of verbranding. Werken met elektriciteit in een vochtige werkomgeving kan leiden tot elektrocutie. Onzorgvuldig omgaan met gas kan leiden tot een explosie. Bij het werken in kruipruimtes is er onder andere kans op bedwelming / vergiftiging. De grenswaarde voor hand-armtrillingen van 5 m/s² over een achturige werkdag mag niet worden overschreden.

De belangrijkste risico's zijn:
  • Besloten ruimten
  • Elektrocutie en verbranding


Te nemen maatregelen:

Bronmaatregelen
  • Zorg dat al het materieel en gereedschap is voorzien van de vereiste beveiligingen; zorg dat deze ook worden gebruikt.
  • De werkzaamheden in de besloten ruimte mogen pas beginnen als met zekerheid is vastgesteld dat de situatie veilig is. Een visuele inspectie is verplicht. Hierbij wordt gelet op de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en materialen die voor gevaarlijke situaties kunnen zorgen. Brandbare materialen dienen te worden verwijderd of te worden afgedekt met een branddeken.
  • Een deskundige (arbeidshygiënist of veiligheidskundige) moet aan de hand van metingen de concentraties zuurstof, giftige stoffen en brandbare of explosieve gassen in de ruimte bepalen. De ruimte mag pas worden betreden als de deskundige heeft vastgesteld dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
    • de zuurstofconcentratie is 18 - 21 vol.%;
    • de concentratie explosieve en brandbare gassen en dampen is lager dan 10% van de onderste explosiegrens (LEL = Lower Explosion Limit);
    • de concentraties van giftige gassen, dampen, nevel en stof zijn lager dan de wettelijke grenswaarden.
    De benodigde meetinstrumenten zijn explosiemeters, gasdetectoren en zuurstofmeters. In verband met de gebruiksmogelijkheden en de veiligheid worden apparatuur voor continumetingen en apparatuur met akoestische signalen of lichtsignalen aanbevolen. Onder de garantie dat tijdens de werkzaamheden geen veranderingen optreden in de concentratie zuurstof of gevaarlijke stoffen, mag de ruimte zonder ademhalingsbeschermingsmiddelen worden betreden. Indien de kans aanwezig is dat tijdens het verblijf in de besloten ruimte (opnieuw) een onveilige situatie ontstaat, moet er tijdens de werkzaamheden continu worden gemeten.

Collectieve maatregelen
  • Zorg dat gereedschap en machines tenminste éénmaal per jaar worden gekeurd.
  • Regel dat bij het werken op locatie de werkplek veilig is; de randen moeten zijn afgezet, de sparingen dichtgelegd en de rommel opgeruimd.
  • Zorg voor een goede veiligheidsinstructie.
  • Verstrek de noodzakelijke beschermingsmiddelen afgestemd op de risico's; veiligheidsschoenen (NEN-EN 345 met S3-codering), een gelaatsscherm of veiligheidsbril, een overall met lange mouwen, werkhandschoenen en zonodig een veiligheidshelm (NEN-EN 397).
  • Wanneer iemand zich in de besloten ruimte bevindt, moet buiten bij de toegang tot de besloten ruimte een werknemer permanent aanwezig zijn. Deze veiligheidswacht moet continu contact houden met de werknemer (-s) in de besloten ruimte en met de toezichthouder.
  • In onderling overleg wordt afgesproken hoe contact wordt gehouden. Mogelijkheden zijn het gebruik van klopsignalen, treksignalen aan een reddingslijn, walkie-talkie, portofoons, mobiele telefoons of andere elektronische explosievrije communicatieapparatuur. Bij gevaar moet de veiligheidswacht onmiddellijk optreden. De maatregelen die genomen moeten worden bij de specifieke gevaren zijn vastgelegd in het bedrijfshulpverleningsplan. Hulpverleners mogen in geen geval onbeschermd de ruimte ingaan.

Individuele maatregelen
  • Gebruik het gereedschap en de machines volgens de voorschriften.
  • Regel op locatie het afzetten van randen en het dichtleggen van sparingen.
  • Houd de werkvloer vrij van rommel en obstakels.
  • Controleer regelmatig de veiligheid van het gereedschap en de machines; vervang direct beschadigd gereedschap, beschadigde kabels en niet goed functionerende beveiligingen.
  • Gebruik de voorgeschreven beschermingsmiddelen.
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen die voor de specifieke situatie geschikt zijn, moeten beschikbaar zijn.


Arbovriendelijk hulpmiddel voor de loodgieter met betrekking tot veiligheid

Wat zegt de wet- en regelgeving?
Meer informatie
   
   
 

Download gehele beroep als PDF

 
 
 

< terug naar vorige pagina