U bent hier: Home - Beroepen - Gevelmonteur / gevelbekleder - Klimaat

Printvriendelijke versie

 

Klimaat


De gevelmonteur werkt meestal buiten waardoor hij blootstaat aan weersinvloeden. Vooral in de zomer en bij zonnig weer treedt blootstelling op aan UV-straling. Het werken op hoogte bij hoge windsnelheden kan extra gevaren opleveren. Bij hevige wind wordt het werk onderbroken. Bij binnensituaties wordt vaak gewerkt in onverwarmde en tochtige ruimten. Dat kan bij onvoldoende bescherming leiden tot spier- en gewrichtsklachten en tot verkoudheid. Meer dan 60% van de gevelmonteurs klaagt over koude en over tocht.

De meeste klachten gaan over:
  • Koude
  • Temperatuur wisselingen
  • Tocht
  • Warmte


Te nemen maatregelen:

Bronmaatregelen
  • Zorg ervoor dat de woning zo goed mogelijk tochtvrij wordt gemaakt (rondom afgedicht met glas of ander materiaal) voordat met het vloerenwerk wordt begonnen (periode 1 september tot 1 mei).

Collectieve maatregelen
  • Maak voordat met het werk wordt begonnen de ruimte zo goed mogelijk tochtvrij, als deze niet rondom met glas of ander materiaal is afgedicht (periode 1 september tot 1 mei). Anders het werk niet aanvangen.
  • Zorg ervoor dat de gevelmonteur onder zomerse condities extra pauzes inlassen en extra drinken.

Individuele maatregelen
  • Draag een goed sluitende overall.
  • Neem bij warm weer extra pauzes en drink voldoende.


Wat zegt de wet- en regelgeving?
Meer informatie
 
   
   
 

Download gehele beroep als PDF

 
 
 

< terug naar vorige pagina