U bent hier: Home - Beroepen - Cultuurtechnisch medewerker - Gevaarlijke stoffen

Printvriendelijke versie


Gevaarlijke stoffen


De cultuurtechnisch medewerker heeft blootstelling aan gevaarlijke stoffen, bestrijdingsmiddelen, inademen van dieseluitlaatgassen (PAK’s) en incidenteel aan verontreinigd water en/of grond. Werk op plaatsen waar de grond verontreinigd is, kan leiden tot blootstelling aan toxische stoffen bij contact met verontreinigde grond en/of water of inhalatie van vrijkomende dampen. Speciale voorzorgsmaatregelen, ademhalings- en huidbescherming zijn dan noodzakelijk / verplicht.

Hij wordt ook regelmatig blootgesteld aan uitlaatgassen van de machines waarmee hij en zijn ploeg werkt. In deze uitlaatgassen zijn toxische gassen aanwezig (bijvoorbeeld koolmonoxide) en deeltjes roet, dat polycyclische aromatische koolwaterstoffen bevat (PAK’s); sommige PAK’s zijn kankerverwekkend. Verder wordt de cultuurtechnisch medewerker bij een aantal activiteiten blootgesteld aan stof. Dat is onder andere het geval bij slopen en het doorslijpen van stenen en andere materialen, maar ook bij het verdichten, trillen van droge grond (afhankelijk van het silicagehalte) met een trilplaat. Vooral bij slopen en het doorslijpen is blootstelling mogelijk aan respirabel kwartsbevattend stof in concentraties ver boven de MAC-waarde; ademhalingsbescher­ming is dan noodzakelijk. Het werken met bestrijdingsmiddelen brengt specifieke risico’s voor de toepasser met zich mee. Vooral bij het aanmaken van de spuitvloeistof en reparaties aan spuitapparatuur en bij lekkende rugspuiten kan huidblootstelling optreden. Bij spuitwerkzaamheden kan inademing van bestrijdingsmiddelen optreden. In de groenvoorziening worden bestrijdingsmiddelen beperkt ingezet. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof van 0,075 mg/m³ kan worden overschreden.

Het belangrijkste risico is:
  • Kankerverwekkende stoffen (kwartsstof)


Te nemen maatregelen:

Bronmaatregelen
  • Aanschaf van nieuw materieel minimaal volgens Euro-2 norm.
  • Toepassing van een ander type brandstof.
  • Toepassing van zelfregenererend combifilter.
  • Minder blootstelling aan toxische stoffen door juist inkoopbeleid (registratie en informatie), toxische producten door minder / niet toxische vervangen.

Collectieve maatregelen
  • Een betere afstelling (en regelmatig onderhoud) van de motor.
  • Een andere opstelling van machines op de werkplek.
  • Verlengen of een andere positionering van de uitlaat op de machine (zit soms te laag).
  • Blootstelling aan kwartsstof zoveel mogelijk vermijden. Slijp in principe nat.
  • Gebruik in elk geval goede ademhalingsbescherming (P3-filter), ook als er nat geslepen wordt.
  • Gebruik apparatuur met watertoevoer en/of met hulpstukken voor verneveling en/of stofafzuiging. Trilplaten kunnen worden voorzien van sproeiers voor verneveling (Bex sproeitechniek); hierdoor kan vooral bij lichte trilplaten een aanzienlijke reductie van de blootstelling worden bereikt.
  • Andere maatregelen zijn bevochtigen, nat werken, vernevelen en stofvorming beperken.
  • Beperk zoveel mogelijk het gebruik van oplosmiddelen. Als toch oplosmiddelen moeten worden toegepast, kies dan een type met weinig schadelijke componenten. Aceton is minder schadelijk, maar wel erg vluchtig.
  • Geef voorlichting en instructie over het werken met gevaarlijke stoffen. Houd hierbij rekening met anderstaligen.
  • Zorg voor een goede was-, schaft- en kleedgelegenheid.
  • Zorg dat de relevante veiligheidsinformatiebladen op het werk aanwezig zijn
  • Zorg dat de in het veiligheidsinformatieblad aangegeven beschermingsmiddelen aanwezig zijn.
  • Zorg voor veilig vervoer en een veilige opslagvoorziening voor gevaarlijke stoffen.
  • Bewaar bestrijdingsmiddelen gescheiden van spuitkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) als maskers en handschoenen, et cetera. Slot op de voorraadkast is verplicht.
  • Voor toepassing van bestrijdingsmiddelen moet men in het bezit zijn van een licentie of spuitdiploma. Er zijn aparte licenties en diploma’s voor uitvoerenden, leidinggevenden en voor handelaren. Toepassers van bestrijdingsmiddelen moeten de licentie ”Uitvoeren Gewasbescherming” of de licentie “Bedrijfsvoeren Gewasbescherming” hebben.
  • Toxische stoffenregister bijhouden, voorlichting en instructie, goede persoonlijke hygiëne. Houd hierbij rekening met anderstaligen.

Individuele maatregelen
  • Voer stoffige bewerkingen waar mogelijk uit met watertoevoer of afzuiging.
  • Zorg voor een goede ventilatie, hou rekening met de windrichting en de collega’s.
  • Gebruik de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen. Gebruik de verstrekte ademhalingsbescherming.
  • Ruim lege verpakkingen en afval zorgvuldig op.
  • Eet, drink en rook niet tijdens het werk. Schaft niet in de ruimte waar ook de gevaarlijke stoffen staan opgeslagen. Schaft ook niet met verontreinigde kleding aan.


Arbovriendelijk hulpmiddel voor de cultuurtechnisch medewerker met betrekking tot gevaarlijke stoffen


Wat zegt de wet- en regelgeving?
Meer informatie
 
   
   
 

Download gehele beroep als PDF

 
 
 

< terug naar vorige pagina