U bent hier: Home - Beroepen - Asfaltwerker - Onveiligheid

Printvriendelijke versie


Onveiligheid


Asfaltwerker / asfaltwegenbouwers hebben meer klachten over onveilige situaties (40%). Veiligheidsrisico's zijn het bekneld kunnen raken tussen of in het materieel of het vallen vanaf materieel. Bij wegwerkzaamheden of bij in- en uitritten van werkverkeer bestaat de kans op aanrijdingen. Slechte communicatie tussen machinisten en chauffeurs vergroot de kans op ongevallen. Verder kan het gebruik van gas en het werken met warm asfalt of hete materieeldelen leiden tot brandwonden.

De belangrijkste risico’s zijn:
  • Arbeidsmiddelen
  • Geraakt worden door voorwerp, aanrijdgevaar


Te nemen maatregelen:

Bronmaatregelen
  • Zorg dat alle machines en het gereedschap zijn voorzien van de vereiste beveiligingen; zorg dat deze ook worden gebruikt.
  • Zorg voor het keuren van de machines (volgens de voorschriften) en van het gereedschap (tenminste één maal per jaar).
  • Beveilig materieel tegen beknellen; breng noodstop(-pen) aan.
  • Voorzie materieel van een glijvaste op- en afstapmogelijkheid. Voorzie bordessen waar nodig van leuningen.
  • Regel tijdig het omleiden van het verkeer in overleg met de wegbeheerder.
  • Zorg in overleg met de wegbeheerder voor voldoende werkruimte om de kans op aanrijdingen te verkleinen.
  • Regel veilige in- en uitritten voor het werkverkeer; zorg voor een veilige parkeerplek voor privé-auto's.
  • Zorg voor de vereiste veiligheidsvoorzieningen conform de voorschriften van het CROW: zie publicatie 96 Verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering.

Collectieve maatregelen
  • Zorg voor goede communicatie tussen de leden van de asfaltploeg. Voorzie bijvoorbeeld de gehoorbescherming van communicatiemiddelen of installeer een matrixbord.
  • Verstrek de noodzakelijke beschermingsmiddelen afgestemd op de risico's op het project, zoals:
    • veiligheidsschoenen met isolerende zool bij het werken met warm asfalt.
    • een katoenen overall.
    • werkhandschoenen en een veiligheidsvest of andere signaleringskleding.
  • Zorg voor een goede veiligheidsinstructie; zie toe op het naleven van de voorschriften.

Individuele maatregelen
  • Laat de afscherming- en veiligheidsvoorzieningen van machines intact; gebruik deze volgens de voorschriften.
  • Controleer regelmatig de veiligheid van het materieel en gereedschap. Vraag om vervanging als bijvoorbeeld de beveiligingen niet goed functioneren of de kabels of leidingen beschadigd zijn.
  • Werk volgens de werkinstructies. Gebruik geen defecte of beschadigde machines en apparatuur.
  • Neem de voorschriften voor veilig werken langs de weg in acht:
    • Let goed op, werk met het gezicht in de rijrichting en steek haaks over.
    • Werk vanuit een veilige plaats, bijvoorbeeld de berm of een voetpad, en blijf binnen de verkeersafzetting.
    • Zorg voor een goede zichtbaarheid door schone signaalkleding en verlichting.
    • Plaats de borden van buiten naar binnen en verwijder ze van binnen naar buiten. Zorg voor een goede zichtbaarheid (ten minste 200 m) en een stabiele opstelling. Gebruik kegels en geleidebakens niet door elkaar.
    • Houd tenminste 60 cm afstand tussen de feitelijke werkplek en de rijbaan of afzetting.
    • Parkeer auto's op een veilige plek; op voldoende afstand en op de handrem.
    • Voorkom irritatie bij de weggebruikers door afzettingen niet onnodig te laten staan.


Arbovriendelijke hulpmiddelen voor de asfaltwerker met betrekking tot onveiligheid


Wat zegt de wet- en regelgeving?
Meer informatie
   
   
 

Download gehele beroep als PDF

 
 
 

< terug naar vorige pagina