U bent hier: Home - Taken - Funderingswerk - Heien - Gevaarlijke stoffen

Printvriendelijke versie


Gevaarlijke stoffen


Blootstelling aan uitlaatgassen (dieselmotoremissies) van de funderingsinstallatie (kraan, dieselblok, eventuele generatoren) en soms ook van ander materieel in de omgeving. Afhankelijk van diverse factoren (plaatsing uitlaat, windrichting en windsnelheid, diepte en vorm van de bouwput, onderhoud motor, en dergelijke) kan er sprake zijn van concentraties die tot klachten leiden. Dieseluitlaatgassen (DME) staan op de lijst van kankerverwekkende stoffen en processen en kunnen longkanker veroorzaken. Blootstelling moet daarom zoveel mogelijk worden beperkt. Er geldt een verbodswaarde voor DME van 50 microgram elementair koolstof per m³ lucht en een streefwaarde van 0,16 microgram per m³. De verbodswaarde wordt naar verwachting in het algemeen niet overschreden maar kan bij heien met een dieselblok en in situaties waarbij de uitlaatgassen niet goed weg kunnen / blijven hangen, wel worden overschreden. Bij het heien en tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de funderingsinstallatie kan huidcontact optreden met olie. Huidcontact met olie kan leiden tot huidirritatie. Ook kunnen stoffen in de olie via huidcontact in het lichaam opgenomen worden. Vooral bij het verwijderen van funderingselementen kan de werknemer in aanraking komen met aan de elementen klevende grond waarin toxische stoffen of schadelijke micro-organismen aanwezig zijn.


Te nemen maatregelen:

Bronmaatregelen
  • Ander type heiblok (bijvoorbeeld hydraulisch of pneumatisch in plaats van diesel).
  • Uitlaat materieel verlengen naar boven.
  • Uitlaat van de werknemer af.
  • Motoren onderhouden en afstellen volgens schema / specificaties.
  • Al het groot materieel minimaal volgens Euro-4-norm.
  • Klein materieel een oxydatiekatalysator.
  • Groot materieel een zelfregenererend combifilter (CRT); een CRT moet in samenspraak met de leverancier op het motorvermogen worden afgestemd.
  • Tref bij te verwachten blootstelling aan verontreinigde grond de daarvoor geldende maatregelen (zie taken bodemsanering).

Collectieve maatregelen
  • Zorg voor goede voorzieningen (onder andere water en zeep om de handen te kunnen wassen; oogspoelfles in geval er spatten / vallende deeltjes in het oog komen).
  • Maatregelen om huidcontact te voorkomen (PBM; hygiëne) bij vrijkomen van verontreinigde grond bij het trekken/uitheien van funderingselementen (zie V&G-plan).

Individuele maatregelen
  • Handschoenen.
  • Gelaatsbescherming (bij kans op vallende oliespatten of wegspringend gruis).
  • Bij te hoge blootstelling aan uitlaatgassen ademhalingsbescherming (bij voorkeur helm met aangedreven gefilterde lucht (TH2P of TH3P), omdat dan hoofd-, gelaat-, oog- en ademhalingsbescherming geïntegreerd zijn).
  • Om onnodige dieselemissie te vermijden, gebruik geen onnodig hoog toerental, rijd rustig en zet het materieel uit als er geen gebruik van wordt gemaakt.
  • Bij aanwezigheid verontreinigde grond de PBM afstemmen op de aard van de verontreiniging en de mogelijke blootstelling (zie V&G-plan).


Arbovriendelijke hulpmiddelen
Meer informatie
   
   
 

Download gehele taak als PDF

 
 
 

< terug naar vorige pagina