|
Onveiligheid
Er is kans op vallen van hoogte door gebruik van onveilige ladders of steigers, door ontbreken van leuningwerk, door vallen door het open liggende dak, door bezwijken van een aangetaste dakconstructie. Er is kans op letsel door snijden / steken bij gebruik van een mes of door scherpe draadeinden.
Te nemen maatregelen:
Bronmaatregelen
- Maak afspraken over werken op hoogte bij harde wind, als vuistregel kan worden gehanteerd bij windkracht 7 tot maximaal 3 m, bij 6 tot maximaal 10 m en bij windkracht 5 of lager ook hoger dan 10 m. Houd bij de afspraken ook rekening met regionale of plaatselijke verschillen in windkracht, bijvoorbeeld door hoge gebouwen.
- Maak gebruik van ladders, materiaalliften, steigers of werkplateaus, die regelmatig worden gekeurd en in goede staat van onderhoud verkeren, voorzien van afscherming van bewegende delen.
- Gekeurd / veilig gereedschap.
- Gebruik elektrisch geïsoleerd handgereedschap (herkenbaar aan VDE-teken).
- Daken voorzien van ladderhaken met bevestigingsogen.
- Breng indien mogelijk een mandragende ondergrond aan; is dit niet mogelijk dan dienen extra veiligheidsvoorzieningen te worden getroffen.
Collectieve maatregelen
- Zorg voor een veilige werkplek (steiger; dakrandbeveiliging; zo nodig valbeveiliging).
- Op hellende daken wordt altijd gewerkt met steunmiddelen, zoals panlatten, dakstoel, daksteiger of dakladder.
- Controleer de deugdelijkheid van de dakgootconstructie bij plaatsen / bevestigen van materieel in of aan de dakgoot.
Individuele maatregelen
- Gelaatsscherm of veiligheidsbril bij machinaal zagen, schieten of nieten.
- (Indien nodig) harnasgordel en vanglijn.
- Handschoenen.
|
|