TrillingenDe vakman GWW wordt blootgesteld aan trillingen. Ongeveer 30% van de vakmannen GWW meldt klachten over hand-armtrillingen en lichaamstrillingen. Bij het werken met aangedreven gereedschap zoals de persluchtbeitel, explosiestampers en bij het intrillen met trilplaten treedt blootstelling aan hand-armtrillingen op. De duur van de blootstelling is meestal beperkt. De vakman GWW werkt meestal niet dagelijks en voor een korte periode met deze apparaten. Gemiddeld over een werkdag wordt de grenswaarde doorgaans niet overschreden. Wel wordt de grenswaarde kortdurend overschreden. Op termijn kunnen hand-armtrillingen leiden tot gewrichtsschade en schade aan handen en vingers. Doordat vaak sprake is van afwisseling in het werk is de kans op gezondheidsschade klein. Bij het bedienen of rijden met materieel kan de vakman GWW worden blootgesteld aan lichaamstrillingen. Hierbij kan tevens de grenswaarde worden overschreden. Werken met een scheve of gedraaide rug vergroot de kans op het ontstaan van klachten. Op termijn kan de blootstelling aan lichaamstrillingen rugklachten veroorzaken. De grenswaarde voor hand-armtrillingen van 5 m/s² en voor lichaamstrillingen van 1,15 m/s² over een achturige werkdag mogen niet worden overschreden. De belangrijkste risico’s zijn:
Te nemen maatregelen: Bronmaatregelen
Collectieve maatregelen
Individuele maatregelen
|