KlimaatSlechte weersomstandigheden als regen en mist verhogen bij doorgaand treinverkeer de kans op aanrijdingen (slechter zicht en geringer geluidsvoortplanting) en de kans op elektrokutie (vochtige omstandigheden). Slechte weersomstandigheden en onoverzichtelijke situaties leiden tot een hogere belasting van de veiligheidsman. Onderhoudswerk wordt bij regen en mist meestal uitgesteld; gepland nachtwerk gaat echter altijd door. Om technische redenen wordt bij vorst niet gewerkt. Het verrichten van zwaar lichamelijk werk in slechte weersomstandigheden (kou, tocht, vocht) kan oorzaak zijn van veel klachten met betrekking tot het bewegingsapparaat. Zo’n 50% van de spoorleggers heeft last van warmte, koude en temperatuurswisselingen. De meeste klachten gaan over:
Te nemen maatregelen: Collectieve maatregelen
Individuele maatregelen
|