|
Fysieke belasting
Van de spoorleggers vindt 50 tot 60% het werk lichamelijk inspannend. Ondanks inzet van kleine spoormachines is er nog veel zwaar werk dat uw werknemers met de hand (met zwaar gereedschap) moeten doen. Voorbeelden hiervan zijn het insteken van de houten dwarsliggers, het werken met de dwarsliggersdraagtang en het werken met de ballastschop. Het werk is belastend voor de rug. Dat vindt 40 tot 46% van de spoorleggers. Ook de armen worden belast. Een groot deel van het werk bestaat uit sjorren en trekken, meestal in gebukte houding. De vaak ongelijkmatige ondergrond maakt het werk extra zwaar. Er is ook een extra inspanning nodig als het materiaal en de gereedschappen bij het naderen van een trein buiten het 'profiel van vrije ruimte' moeten worden gebracht. Het maximale gewicht dat door 1 persoon met de hand mag worden getild is 25 kg.
Het belangrijkste risico is:
- Lichamelijke zwaar werk
- Tillen, dragen, duwen en trekken van zware lasten
- Werkhoudingen
Te nemen maatregelen:
Bronmaatregelen
- Zorg voor een goede werkvoorbereiding en de inzet van voldoende personeel.
- Laat werkzaamheden zoveel mogelijk machinaal uitvoeren, zoals met spoormachines.
Collectieve maatregelen
- Zorg voor een goede toegang tot de werkplekken voor mensen, materiaal en gereedschap.
- Zorg voor hulpmiddelen (zoals een kraan) voor het verplaatsen en transporteren van materialen, apparatuur en gereedschappen.
- Zorg voor voldoende afwisseling in het werk om eenzijdige belasting te voorkomen.
Individuele maatregelen
- Verplaats onder andere materiaal en apparatuur boven 25 kg altijd met een kraan of andere (mechanische) hulpmiddelen.
- Gebruik de beschikbare transport- en tilhulpmiddelen.
- Zet het materiaal en de gereedschappen zo dicht mogelijk bij de werkplek.
- Gebruik de dwarsliggersdraagtang met zijn tweeën, daar is hij voor gemaakt.
- Vraag bij het tillen van zware lasten één of meer collega's om hulp.
- Wissel het werk af, zodat u niet steeds dezelfde spieren en gewrichten gebruikt / belast.
|
|