|
Onveiligheid
Tijdens het werk kan de opperman-metselaar vallen van niet afgezette steiger- of vloerranden of door open sparingen. Verder kan hij vallen van bijvoorbeeld een wankel trapje. Bij het werken met aangedreven gereedschap bestaat een kans op verwondingen. Bij hakken, boren, zagen en slijpen kunnen wegspringende delen (oog)letsel veroorzaken.
De belangrijkste risico’s zijn:
Te nemen maatregelen:
Bronmaatregelen
- Zorg dat het gereedschap waar nodig is voorzien van de vereiste beveiligingen; zorg dat deze ook worden gebruikt.
- Zorg dat al het gereedschap tenminste eenmaal per jaar wordt gekeurd.
Collectieve maatregelen
- Gebruik voor het opperen geen ladder, maar zorg voor mechanische hulpmiddelen.
- Regel dat voorafgaand aan het werk de randen zijn afgezet, sparingen zijn dichtgelegd en de rommel is opgeruimd.
- Zorg voor een goede veiligheidsinstructie voor de ploeg; zie toe op het naleven van de voorschriften.
- Verstrek de noodzakelijke beschermingsmiddelen afgestemd op de risico's op het project:
- onder andere een veiligheidshelm (NEN-EN 397).
- veiligheidsschoenen.
- een gelaatsscherm of veiligheidsbril en werkhandschoenen.
Individuele maatregelen
- Gebruik het gereedschap volgens de voorschriften.
- Laat de randen afzetten en sparingen dichtleggen.
- Controleer regelmatig de veiligheid van het gereedschap. Vraag om vervanging als beveiligingen niet goed functioneren of kabels of leidingen beschadigd zijn.
- Gebruik de voorgeschreven beschermingsmiddelen
Arbovriendelijke hulpmidddelen voor de opperman metselaar met betrekking tot veiligheid
|
|