U bent hier: Home - Beroepen - Opperman / bouwvakhelper - Onveiligheid

Printvriendelijke versie


Onveiligheid


Ongevallen kunnen gebeuren door overbelasting van steigers met materialen, fouten of onvoorzichtigheid bij het transport van materialen. Door slecht stapelen of zwakke plekken kunnen stapels stenen of ander materiaal omvallen. Ook kan de bouwvakhelper getroffen worden door vallende voorwerpen. Of kan hij zelf vallen van steigers of in vloeropeningen. Daarnaast kan hij struikelen over voorwerpen en materialen. Ook het werken met slecht onderhouden of onvoldoende beveiligd elektrisch handgereedschap kan tot ongevallen of elektrocutie leiden.

De belangrijkste risico’s zijn:
  • Geraakt worden door voorwerp, aanrijdgevaar
  • Stoten, snijden, klemmen, knellen
  • Struikelen, uitgelijden, verstappen
  • Werken op hoogte


Te nemen maatregelen:

Bronmaatregelen
  • Zorg voor een goede en veilige bouwplaatsinrichting en een veilige toegang tot de werkplekken.
  • Zorg dat het materieel en het gereedschap is voorzien van de vereiste beveiligingen.

Collectieve maatregelen
  • Gebruik voor het opperen geen ladder, maar zorg voor mechanische hulpmiddelen.
  • Rolsteigers zijn niet geschikt voor materiaalopslag op de werkvloeren, in verband met mogelijke overbelasting, instabiliteit en struikelgevaar. Sla op de werkvloer alleen een zeer beperkte hoeveelheid materiaal op. Materiaal, gereedschap en gewicht van de aanwezige personen mag de maximale belasting niet overschrijden. Rolsteigers zijn uitgevoerd als Klasse 2 en 3, dat wil zeggen een belastbaarheid van respectievelijk 1500 en 2000 N/m². Deze maximale belasting moet zijn aangegeven op de steigervloerdelen.
  • Zorg bij het werken op hoogte voor afdoende collectieve maatregelen tegen valgevaar. Laat leuningen aanbrengen op steiger- en vloerranden, beveilig ook de sparingen.
  • Zorg dat al het gereedschap tenminste éénmaal per jaar wordt gekeurd.
  • Verstrek de noodzakelijke beschermingsmiddelen afgestemd op de risico's op het project:
    • onder andere een veiligheidshelm (NEN-EN 397).
    • veiligheidsschoenen.
    • werkhandschoenen.
    • (bij werken aan of langs de weg) een veiligheidsvest of andere signaleringskleding.

Individuele maatregelen
  • Zorg voor een goede toegang tot de werkplekken; houd deze netjes en vrij van obstakels. Ruim rondslingerend afval, snoeren en gereedschap op.
  • Leg de vloeropeningen dicht en beveilig de randen en sparingen.
  • Gebruik het materieel en de hulpmiddelen volgens de voorschriften.
  • Controleer regelmatig de veiligheid van het gereedschap. Vraag om vervanging in het geval van bijvoorbeeld niet goed functionerende beveiligingen of beschadigde kabels.
  • Gebruik de verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen.


Arbovriendelijke hulpmiddel voor de opperman / bouwvakhelper met betrekking tot veiligheid

Wat zegt de wet- en regelgeving?
Meer informatie
   
   
 

Download gehele beroep als PDF

 
 
 

< terug naar vorige pagina